Art Deco
Parijs, jaren ’20. In deze roerige en optimistische jaren is Parijs wereldwijd hét centrum voor kunst en cultuur. In Montmartre, Montparnasse en het Quartier Latin vermengt het geluid uit jazzclubs zich met de geur van champagne en cocktails. Dames gekleed in chiffon jurkjes, versierd met kraaltjes en pailletten, het haar gestyled in een kort bobkapsel en in de hand een sigarettenpijpje flaneren door de stad. Het Parijs van Josephine Baker, Picasso en Hemingway.
Op deze sfeervolle en expressionistische periode is de Tiffany ‘Art Deco’ lijn geïnspireerd. De naam Art Deco is een afkorting van de naam van de in 1925 in Parijs gehouden internationale tentoonstelling "L'Exposition Internationale des Arts Decoratifs et Industriëls Modernes", waar de nieuwe vormentaal voor het eerst aan een internationaal publiek werd getoond. De stijl ontstond na de Eerste Wereldoorlog in Parijs, maar is bijna universeel toegepast, zowel in de meeste Europese landen als in de Verenigde Staten. Denk aan de ‘Roaring twenties’ en de sfeer van ‘The Great Gatsby’, de beroemde roman van F. Scott Fitzgerald.
Het toepassen van monumentale geometrische vormen, geïnspireerd door de Afrikaanse volkskunst en als logisch gevolg van de Geometrische Art Nouveau, is een van de belangrijkste kenmerken van de Art Deco. Kenmerkend voor de Tiffany lampen en Tiffany raampanelen in deze collectie zijn de glamoureuze waaiermotieven, pittige, geometrische vormen en het chique paarlemoer glas gecombineerd met rijke kleuren, zoals turquoise, emerald, paars, rood en geel die zo kenmerkend zijn voor de flamboyante Art Deco stijl.